NOORDELIJKE TURBINE (rotordiameter 142 m breedte ! – 180 m hoog)

 

1-Impact op de vele  honderden meeuw- en kraaiachtigen … die  aangetrokken worden door de afvalsite van IVAGO. De wieken van de turbine  draaien voor een deel boven de gebouwen van Ivago en komen tot op 35 meter van de grond midden in een  biologisch waardevol bos. Dit bos dient deels gekapt te worden om de turbine te kunnen plaatsen! Men wil de turbine zo ver mogelijk van de gebouwen van de nucleaire site plaatsen en daarvoor moet minstens  5000 m² bos verwijderd worden.  Dagelijks vliegen er honderden vogels tegelijk rond in de buurt van de afvalverzamelpunten.  Er zijn slaapplaatsen in en naast dat bos van meer dan duizend houtduiven en  vooral, vanaf het einde van de zomer, van om en bij de 800 kauwen.

 

2-Impact op het slechtvalkennest vlakbij het bedrijf AMCOR binnen de concentratiezone voor windturbines  en op het slechtvalkkoppel bovenop de gebouwen van het UZ. Deze slechtvalken vertoeven heel regelmatig op de grote antenne van Ivago en komen jagen op de duiven, meeuwen en andere vogels in de buurt. Beide nestlocaties liggen op 700 m afstand van de noordelijke turbine en de slechtvalken vertoeven op alle schouwen en hoge masten in de buurt. De jongen leren in de omgeving vliegen en jagen. Er zijn minder dan 50 koppels voor heel Vlaanderen. 

 

3-Impact op o.a., de voor windturbines gevoelige,  rosse vleermuizenkolonie van  Zwijnaarde en vele andere soorten  vleermuizen, die langs de oorspronkelijke historische Schelde een heel goed foerageergebied vinden. Sommige soorten worden aangetrokken tot dat oude bosgebied en hebben er zelfs hun kolonies. Dit werd bewezen door een onderzoek in 2014 van het studiebureau Greenspot in opdracht van de provincie. Ook werd vastgesteld dat een kolonie van een paar tientallen rosse vleermuizen, verblijvend op het  kasteeldomein de Ghellinck,  t.h.v. de Schelde, komt jagen naast het Liedermeerspark.

 

4-De bijkomende  gevaren voor de dieren die gelost worden door het opvangcentrum voor vogels en wilde dieren. De vaste vrijlatingsplaats in het natuurgebied naast het VOC ligt op amper 250 m van de geplande plaats van de turbine. Het is onverantwoord om naast 1 van de 10 Vlaamse opvangcentra een turbine te plaatsen! Vlak naast het  VOC ligt enkel het stuk natuurreservaat van het Liedermeerspark waar de grote meerderheid van de herstelde vogels gelost worden. Vooral de grote vogelsoorten zoals meeuwen, roofvogels en reigers vliegen zo goed als altijd bij het lossen richting de geplande turbine van de nucleaire site  van de Universiteit Gent in de Proeftuinstraat.  Dit door het geleidende effect van de populieren en wilgen die het reservaat omringen, met een opening richting de Ivago site. De vogels elders lossen is geen optie omdat het VOC zeker wil zijn dat de vogels voldoende gerevalideerd en zelfstandig zijn. Het VOC is verplicht de dieren soms iets te vroeg te lossen door plaats- en personeelsgebrek.

 

5- Impact op de stuwtrek die voor de helft ook ’s nachts plaats vindt. Ook de invloed van de veiligheidsverlichting op de vele nachttrekkende vogelsoorten is een probleem. De vogeltrek vindt ook niet altijd plaats tijdens goede weersomstandigheden waardoor er nogal wat dieren de turbines niet zullen opmerken. Heel wat vogelsoorten worden bovendien aangetrokken tot de rotorverlichting.


AMCOR TURBINE (rotordiameter 142 m breedte ! – 180 m hoog)

 

1-Impact op de reigerkolonie van minstens 30 nesten, met op piekmomenten wel meer dan 100 reigers vlakbij de geplande turbine langs de Schelde, op het terrein van Amcor. 

De reigerkolonie is in eerste instantie ontstaan op de eilanden van de vijver op het bedrijf Innovia-films.  Dit omdat het opvangcentrum in het verleden in het park  al vele honderden reigers gelost heeft. In 2019 zijn er op het terrein van Innovia-films nog 10 nesten. Op het eiland van de visvijver in het Liedermeerspark zijn er steeds meer, en nu al 20 nesten.  Dit op minder dan 100 m van het bedrijf Amcor waar men 1 windturbine van bijna 200 meter hoog wil inplanten. De wieken van deze turbine komen tot net tegen de Schelde bij noord zuidenwind. Dit is op slechts 100 m van de 20 dichtstbijzijnde reigernesten met 100 reigers. Er is op Innovia ook een kolonie aalscholvers aangetroffen met 15 koppels.

Wij hopen dat er onderzoek gedaan is naar de reigerdichtheid vlakbij en op het eiland van de visvijver en dat de vogelverplaatsingen grondig geobserveerd werden. Voor eventuele nesttelling is het gebruik van een drone aan te raden. Er is zeer hoge reigeractiviteit rond de eilanden van het park en zeker tijdens de maanden maart tot juni.

2-Impact op het slechtvalkenkoppel vlakbij, nl. op 50  m van de wieken van de turbine die gepland is op het bedrijventerrein van AMCOR. Ook de impact op het slechtvalkenkoppel op amper 1200 m op de gebouwen van het UZ. Er zijn in 2019 in Vlaanderen minder dan  50 koppels van deze soort! Deze aantallen worden maximaal opgevolgd door het Fonds voor instandhouding van roofvogels.

 

3-Impact op o.a. de rosse vleermuizenkolonie van  Zwijnaarde die gevoelig zijn voor de windturbines, alsook de  vele andere soorten  vleermuizen die langs de oorspronkelijke historische Schelde een heel goed foerageergebied hebben langs het Liedermeerspark met zijn verschillende biotopen . Sommige soorten worden aangetrokken door de verlichting op de rotor. Dit werd bewezen door een studie in 2014 van het studiebureau Greenspot in opdracht van de provincie. Ook werd vastgesteld dat een kolonie van een paar tientallen rosse vleermuizen, verblijvend op het kasteeldomein de Ghellinck t.h.v. de Schelde, komt jagen naast het Liedermeerspark.

 

4-De bijkomende  gevaren voor de dieren die gelost worden door het opvangcentrum voor vogels en wilde dieren .  Per jaar worden meer dan  100 soorten vogels in het Liedermeerspark gelost door het VOC. Sommige soorten komen er na revalidatie zelfs tot kweken met als grootste succes de 5de grootste reigerkolonie van Oost-Vlaanderen. Het zou zonde zijn dat deze dieren, die een tweede kans kregen, nog extra bedreigingen zouden krijgen, boven alle andere die er al zijn. Dan denken we vooral aan de hoogspanningsleiding aan de oostkant van het park, de vele grote wegen zoals E40 en  E17 op amper 500 m  en de  R4 vlakbij waar jaarlijks reigers sneuvelen.

 

5-Invloed van veiligheidsverlichting op nachttrekkende vogelsoorten. Er zijn veel soorten, meestal zangvogels, die ‘s nachts trekken en overdag voedsel zoeken.

 

6-Impact op de stuwtrek die voor de helft ook ’s nachts plaats vindt  en ook de invloed van de veiligheidsverlichting op de vele nachttrekkende vogelsoorten. De vogeltrek vindt ook niet altijd plaats tijdens goede weersomstandigheden waardoor er nogal wat dieren de turbines niet zullen opmerken. Nogal wat vogelsoorten worden aangetrokken tot de rotorverlichting.

 

 

 

7-De bufferzone, het Liedermeerspark, dat de bedoeling had de industrie wat te verbergen en enige rust te brengen, wordt teniet gedaan. Daardoor zullen mogelijks nog meerdere soorten vogels hinder ondervinden en er wegblijven.


EILAND TURBINE (rotordiameter 142 m breedte ! – 200 m hoog)

 

1-Impact op de reigerkolonie van minstens 30 nesten, met op piekmomenten meer dan 100 reigers, binnen de geplande concentratiezone van de turbines aan Amcor en het eilandje van Zwijnaarde. Ook zijn er 15 nesten aalscholvers aanwezig op het bedrijf Innovia –films. Deze vliegen rond in de hele zone om te jagen op vis in de Tijarm, kanaal Zwijnaarde, Liedermeerspark en ringvaart.

 

2-Impact op het slechtvalkkoppel op het bedrijventerrein van AMCOR op minder dan 1 km binnen de concentratiezone en op het slechtvalkkoppel op de gebouwen van UZGent op minder dan 2 km. Deze dieren komen ook jagen in de Scheldevallei van Merelbeke en moeten daarvoor over het eiland vliegen.

 

3-Impact op o.a. de, voor windturbines gevoelige, rosse vleermuizenkolonie. De vliegroute van deze kolonie ligt pal boven de locatie van de geplande turbine op het Eiland. Bovendien worden vleermuizen aangetrokken door de veiligheidsverlichting op de rotor. Er vliegen  minstens 7 soorten rond.

 

4-Natuurverbindingsgebied: impact op de trekvogels die de Schelde vanuit het zuiden volgen en zo hun broedgebieden bereiken langs de getijdenschelde tot Nederland en omgekeerd.

 

5-Invloed op de vogeltrekbewegingen door de  bijna 50 m hoge landschapsheuvel (half afgewerkt) die op maar 100 m afstand zal staan van de geplande turbine. Vogels en vleermuizen komen daardoor vlugger op wiekhoogte. Vermoedelijk komen de wieken tot op 35 m van de grond.

 

6-Invloed van veiligheidsverlichting op nachttrekkende vogelsoorten. Er zijn veel soorten, meestal zangvogels en steltlopers die ‘s nachts trekken en overdag voedsel zoeken.  Recent onderzoek wees zelfs uit dat roofvogels ook vaak ’s nachts trekbewegingen uitvoeren.

 

7-Impact op massale stuwtrek op goede trekdagen.

 

8- Invloed op de fauna van de wilgenvloedbossen en rietkanten en op de aangelegde vijvers en poelen (compensatiegebied) op het eiland van Zwijnaarde.